Nieuwe Column Paul Schrijver Forza Kappers

Nieuwe Column Paul Schrijver Forza Kappers

Forza Kappers!

Voor deze column heb ik inspiratie - want die was ver te zoeken – op mogen doen in Turkije. In Belek, om precies te zijn. Dat ligt in het zuiden van Turkije, zo’n 45 kilometer ten zuid-westen van Antalya. Het walhalla van voetbalminnend Europa in januari. Een beetje voetbalclub reist tegenwoordig naar een warm land af om zich op te maken voor de tweede seizoenshelft. Alles is er luxe. Zolang je maar binnen blijft. Hotels met gouden trapleuningen, marmeren vloeren en eten en drinken in overvloed. Maar ga je naar buiten dan is het snel gedaan met de mooiigheid. 

Ik mag graag vergelijken…… en dan vooral appels met peren. Want als je daar zo over straat loopt heb je wel eens zo’n ‘Hoonhorst-momentje’. Even denken hoe het daar ook al weer is. We lopen ons nog wel eens te beklagen in Hoonhorst. Dat is trouwens iets waar we in Nederland sowieso al een handje van hebben. Lekker klagen! Een bus die vijf minuten te laat komt, een plotselinge regenbui die niét op de buienradar was voorspeld of, jawel, die overstekende veestapel op de Molenhoekweg.

Het klagen over Hollandse zaken gaat je snel over als je eenmaal in Belek bent geweest, of een ander Turks dorp in die omgeving. Daar mag je pas echt klagen!

Ten eerste is men er dol op je identiteitsbewijs en paspoort. Wanneer je bij wijze van spreken als westers uitziend persoon een flesje water wilt gaan kopen mag je je pasjes er alvast bijpakken. Helaas kun je er nog net niet mee betalen, maar dat zal in de toekomst vast nog wel eens gebeuren.

Inhalen op de snelweg doet men netjes links, dat moet gezegd worden. Maar als het rechts beter uitkomt dan gaat het over rechts. En wie zegt dat je niet met z’n drieën naast elkaar kunt rijden op een tweebaansweg? Dan de verkeerslichten. Die zijn wel oké. Ze tellen netjes af in seconden tot het groen wordt. Al moeten we dat in Nederland nooit en te nimmer invoeren. Wij trekken dan bij 4 seconden waarschijnlijk al op, met alle gevolgen van dien. Dan wordt de kruising Koelmansstraat – N35 nog gevaarlijker dan de beste spits die Hoonhorst 1 ooit heeft gehad.

Er zitten natuurlijk ook voordelen aan het leven als Turk. Zo tref je het bijvoorbeeld als je daar als ambulancebroeder werkt. Als je te laat dreigt te komen voor je vrijdagmiddagsnack van 15:00 uur, gooi je gewoon even die sirenes aan en iedereen gaat voor je aan de kant. Ja echt, want enkele minuten na de inhaalmanoeuvre staan de inzittenden van de ziekenauto doodleuk bij een döner kebap-tent te snacken.

Om weer even terug te komen bij het klagen. Daar moeten we maar eens mee ophouden. We kennen het allemaal wel. Zo’n warme zomerdag. Je zit op het terras bij – voor het gemak noemen we het even Kappers – en je moet even wachten voor je bestelling wordt opgenomen, want je bent niet de enige die wat te drinken wil. Dan wordt de tafel naast je met dat ouder echtpaar ook nog eerder bediend, terwijl jij eerder was. Wees dan in ieder geval blij dat je wat te drinken krijgt en dat je van onze hofleverancier ook echt krijgt waar je om vroeg. En niet zoals in Belek. “One cola please”, vroeg ik. Het bevestigende knikje van de kelner van dienst gaf mij het gevoel dat de beste man het begrepen had. Ik kon zelfs mijn id-kaart weer terugsteken in m’n portemonnee. Opvallend genoeg stak de kelner vervolgens de straat over en verdween in Dükkan Market. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was kwam hij met een blikje cola van het merk Dükkan Market Marka, te vergelijken met de cola van de Lidl hier (zo bleek achteraf), naar buiten om dat vervolgens in mijn glas te schenken. Ik had mijn id-kaart te vroeg opgeborgen, want deze had de beste man nog wel even nodig om mij de WiFi-code te verschaffen. Ja, dat kan allemaal mensen.

Nee, het is een mooi land Turkije. Maar als je geen gedoe wilt, kun je het beste binnen de hotelmuren blijven. Een drankje drinken doe je maar op je kamer. Wat kun je dan snakken naar die gemoedelijkheid van op de Hoonhorst. Van een colaatje (of biertje voor vele anderen) bij Kappers, die je gewoon met muntgeld kunt betalen. Niks geen gedoe met pasjes waar je naam en foto op staan. Gewoon lekker op z’n Hoonhorsts. Ik hoor het de barman op vrijdagmiddag al zeggen: “Mu’j d’r nog iene?” Forza Kappers!

« Terug naar nieuws